Hoogaltaar
Opgetrokken in hardsteen en Franse zandsteen, stelt het voor de verheerlijking van Christus op den berg Thabor. Wij zien de verheerlijkte Christus staan boven op de expositietroon als op een berg en langs weerskanten de figuren van Mozes en Elias.
Daaronder is de expositie-of uitsteltroon met aan weerszijden een aanbiddende Engel en daaronder het Tabernakel. Langs beide kanten van het Tabernakel zien we op de kaarsenbanken twee herten afgebeeld die zich verzadigen aan een bron die schijnt te vloeien uit het Tabernakel. Het is de voorstelling van het verlangen van de Godminnende ziel naar haar Jezus, volgens het woord van den Koninklijken Zanger, David, sicut servus desiderat ad fonres aquarum ita desiderat anima mea ad te Deus. Zooals het hert verlangt naar de waterbronnen, zoo verlangt mijn ziel naar U, 0 God.
Dit altaar is naar een ontwerp van Architect Wolter Ie Riele op kunstzinnige wijze uitgevoerd in de Ateliers van beeldhouwer M. van Bokhoven en Jonkers te 's-Hertogenbosch.
In de altaarsteen zijn de relieken van de H.H. Valentis (Bisschop van Tongeren en martelaar te Rome † 268) en Candidus (Bisschop van Maastricht (van Tongeren) † 400) ingesloten
Het hoogaltaar met zijn rechthoekige tombe heeft op de voorzijde drie reliëfs: in het midden een amandelvormig reliëf met een voorstelling van Christus Pantocrator, (Openbaringen 1, 8) links een rechthoekig paneel voorstellend het Offer van Abraham (Genesis, 22, 1-13) en rechts in een rechthoekig paneel rechts het offer van Kain en Abel (Genesis 4, 4-5).